De Afdeling stelt vast dat een toename van het weiden van vee ten opzichte van de referentiessituatie, die de gebruikmaking van de voornoemde mogelijkheden met zich kan brengen, niet is meegenomen in de passende beoordeling die aan het plan ten grondslag is gelegd. Gelet op wat onder 6.5 is overwogen, overweegt de Afdeling dat om die reden niet de zekerheid is verkregen dat het plan de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden niet zal aantasten. Gelet op het voorgaande is het plan naar het oordeel van de Afdeling in strijd met artikel 2.8, derde lid, van de Wnb vastgesteld. ABRS 09-09-2020, ECLI:NL:RVS:2020:2170