De rechtbank komt tot de conclusie dat WDD tegenover [eiseres ] niet is tekortgeschoten in zijn zorgplicht als waterbeheerder. Dat betekent dat Waterschap De Dommel (WDD) alleen al om die reden niet aansprakelijk is voor de (gestelde) schade. De rechtbank voegt daaraan toe dat, ook indien één of meer van de stellingen van [eiseres ] vast zouden zijn komen te staan en WDD zijn zorgplicht zou hebben geschonden, er onvoldoende grond is voor aansprakelijkheid van WDD voor de schade. Vast staat immers dat er in de periode van het schadevoorval sprake was van (zeer) hevige en langdurige regenval en gestegen grondwaterstanden. Uit de stellingen van [eiseres ] volgt niet dat dit niet, of in veel mindere mate tot wateroverlast (en schade) had geleid als WDD wel aan zijn zorgplicht had voldaan. Het causaal verband tussen de aan WDD verweten gedragingen en de opgetreden schade is daarmee niet komen vast te staan. De vordering wordt afgewezen. Het overigens nog door WDD aangevoerde behoeft daarom niet besproken te worden. Rechtbank Oost-Brabant 08-08, 2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:3997