Mestbeleid

Op 5 december jl. heeft de minister van LNV de Tweede Kamer bij brief geïnformeerd over de mestproductieplafonds en de derogatiebeschikking. Het mestproductieplafond wordt vanaf 1 januari 2025 verlaagd tot 440 miljoen kilo stikstof en 135 miljoen kilo fosfaat. De actualisatie van de excretieforfaits voor melkvee wordt uitgesteld evenals het openstellen van de fosfaatbank. Mogelijk wordt het afromingspercentage van fosfaatrechten verhoogd. Vanaf 2022 mag de nationale mestproductie niet hoger zijn dan de gerealiseerde mestproductie in 2020 (respectievelijk 489,4 miljoen kg stikstof en 150,7 miljoen kg fosfaat) en vanaf 2025 moet de nationale mestproductie met nog eens ongeveer 10 procent teruggebracht worden. Volgens de minister is verlaging van het mestproductieplafond nodig om aan de voorwaarden van de Europese derogatiebeschikking die geldt tot eind 2025 te voldoen. De maximale hoogte van de nationale mestproductie is vastgelegd in de meststoffenwet. Hierin staat nu nog dat de totale omvang van de productie van dierlijke meststoffen ten hoogste 504,4 miljoen kilo stikstof en 172,9 miljoen kilo fosfaat per jaar mag bedragen. Dit betekent echter dat nog ruim een jaar het in de meststoffenwet vermelde nationale mestproductieplafond niet in overeenstemming is met de voorwaarden uit de derogatiebeschikking, stelt Adema in de Kamerbrief. ‘Dit vind ik niet gewenst, temeer omdat dit door de Commissie kan worden opgevat als een signaal dat Nederland zich niet zou willen houden aan de voorwaarden uit de derogatiebeschikking. Daarom wil ik nog dit jaar via een ministeriële regeling de hoogte van het in de meststoffenwet vermelde nationale mestproductieplafond in overeenstemming brengen met het geldende nationale mestproductieplafond uit de derogatiebeschikking. Deze ministeriële regeling wil ik per 1 januari 2024 laten ingaan. De hoogte van het nationale mestproductieplafond is dan gelijk aan de daadwerkelijk gerealiseerde mestproductie in 2020, zijnde 489,4 miljoen kg stikstof respectievelijk 150,7 miljoen kg fosfaat.

De Europese derogatiebeschikking stelt geen voorwaarden aan de maximale hoogte aan de mestproductie per sector. Daarom stelt de landbouwminister per 1 januari 2024 de hoogte van de mestproductieplafonds voor melkvee, varkens en pluimvee gelijk aan de door deze sectoren werkelijk geproduceerde hoeveelheid mest in 2020, uitgedrukt in kilogrammen stikstof en fosfaat.
Om te voorkomen dat mestproductie kan toenemen besluit de landbouwminister om de actualisatie van de excretieforfaits voor melkvee uit te stellen en ziet hij voorlopig af van het openstellen van de fosfaatbank.
Om de mestproductie te laten afnemen overweegt de landbouwminister om het afromingspercentage bij overdracht van fosfaatrechten te verhogen. Daarover gaat hij in gesprek met vertegenwoordigers met de sectorpartijen. Kamerstukken II 2023/24, 33037, nr. 523.

Facebook
Twitter
WhatsApp
Email