WOZ waarde varkenshouderij en heffingsmaatstaf onroerendezaakbelastingen gebruiker niet-woning. De heffingsambtenaar maakt de WOZ waarde aannemelijk; hij heeft wat betreft de varkensstallen de kengetallen uit de Taxatiewijzer getoetst aan de hand van regionale verkoopcijfers. Deze geanalyseerde verkoopcijfers bieden voldoende steun voor de kengetallen uit de Taxatiewijzer. De door de heffingsambtenaar gehanteerde methodiek is te meer bruikbaar omdat in zijn analyse ook regionale verkopen zijn betrokken van na de waardepeildatum. De waarde berekend volgens de methodiek in bijlage 4 van de Taxatiewijzer wordt door het hof verworpen; de eenheidsprijs per m² stal bevindt zich op een punt binnen een bandbreedte van ruim € 100 en is niet inzichtelijk. De heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen gebruiker niet-woning moet worden vastgesteld op “de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde” verminderd met de waarde van de woondelen. Hof verwijst naar zijn uitspraak van 19 juli 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:3063 en het arrest van de Hoge Raad van 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1040. Voor de zogenaamde ‘procentuele benadering’ zoals bepleit door de heffingsambtenaar en gevolgd door de rechtbank is in de wet, wetsgeschiedenis noch jurisprudentie steun te vinden. Hof Den Bosch, 16-07-2020,  ECLI:NL:GHSHE:2020:2245