De regering heeft een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet natuurbescherming en de Omgevingswet naar de Tweede Kamer gestuurd. (Kamerstukken II, 2020/21, 36500, nr. 3 (MvT). De structurele aanpak waartoe het kabinet volgens de toelichting heeft besloten, is een systeem met de volgende elementen:
–het opnemen in de wet van een resultaatsverplichtende omgevingswaarde voor het verminderen van de depositie van stikstof op daarvoor gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden;
–een programma stikstofreductie en natuurverbetering met bron- en natuurmaatregelen om te voldoen aan de omgevingswaarde en om de instandhoudingsdoelstellingen voor de Natura 2000-gebieden te verwezenlijken; wat betreft het realiseren van instandhoudingsdoelstellingen op gebiedsniveau is er een directe wisselwerking tussen het programma en de beheerplannen;
–in het programma worden inspanningsverplichtende tussendoelen opgenomen met het oog op het tijdig voldoen aan de omgevingswaarde en met het oog op de in het programma opgenomen maatregelen voor het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen;
–periodieke monitoring en bijsturing van de maatregelen en het programma in zijn integraliteit en rapportage daarover;
–een partiële vrijstelling van de Natura 2000-vergunningplicht wat betreft de gevolgen van de stikstofdepositie door activiteiten van de bouwsector.
De toelichting is voorzien van adviezen van alle kanten. Zo is er de Stichting Stikstof Claim: “onrechtvaardig en mogelijk onrechtmatig”.
Zie voorts Kamerstukken I, 2020/21, 35334, X, over onderzoek naar Natura 2000 en hetzelfde nummer onder W: een kabinetsreactie op het eindadvies ‘Niet alles kan overal’ van het Adviescollege Stikstofproblematiek (Remkes).