Bij besluit van 27 december 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland aan de Faunabeheereenheid ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming verleend voor het doden van vossen. De Faunabeheereenheid heeft verzocht om de vos onder meer in de nacht met een geweer inclusief hulpmiddelen te bestrijden, in het bijzonder ter bescherming van broedende weidevogels. Dat verzoek wordt door de Afdeling niet alleen aangemerkt als een verzoek om afwijkend gebruik van het geweer, maar ook als een verzoek om ontheffing van het verbod om de vos te doden en daarbij het geweer als middel aan te wijzen. De Afdeling oordeelt in deze uitspraak dat dit een verzoek om een ontheffing op grond van artikel 3.17, eerste lid, van de Wnb is. De Faunabeheereenheid heeft de ontheffing gevraagd omdat de vrijstelling volgens haar onvoldoende mogelijkheden biedt om weidevogels en andere bodembroedende vogels tegen de vos te beschermen. De Faunabeheereenheid wil met de gevraagde ontheffing de omvang van de populatie vossen plaatselijk beperken. ABRS 13-09-2023, ECLI:NL:RVS:2023:3471.