Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat de uitvoeringscommissie naar het oordeel van de rechtbank in haar verweerschrift voldoende heeft uitgelegd dat de vaststelling van de bodemgeschiktheidsklassenkaart heeft plaatsgevonden conform de wettelijke eisen van onder meer de Rilg (hierboven samengevat weergegeven in r.o. 3.3). Weliswaar is het ook in de situatie dat de bodemgeschiktheidsklassen zijn vastgesteld conform de wettelijke regels, mogelijk dat daar fouten in zitten, maar dat kan niet als uitgangspunt hebben te gelden. Uitgangspunt moet zijn dat de wettelijke eisen ervoor zorgen dat de bodemgeschiktheid juist wordt vastgesteld. Eerst als er concrete aanwijzingen zijn dat de bodemgeschiktheid niet juist is vastgesteld, zou dat de uitvoeringscommissie moeten nopen tot het doen van nader onderzoek. Het feit dat een aantal percelen na onderzoek in een andere bodemgeschiktheidsklassen is ingedeeld, is een onvoldoende concrete aanwijzing dat alle percelen van [verzoeker] onjuist zijn ingedeeld. Rechtbank Overijssel 10-05-2018, ECLI:NL:RBOVE:2017:5287