Deze regeling is aangepast met betrekking tot de graasdierpremie, zodanig dat geborgd wordt dat de steun terechtkomt bij houders van graasdieren die daadwerkelijk op niet-subsidiabele gronden grazen. De ruimte die in de regeling zat, waardoor houders van graasdieren die feitelijk niet in natuurterreinen graasden toch van de regeling konden profiteren, komt daarmee te vervallen. Voorts: het gebruik van meststoffen bij de teelt van drachtplanten op braakliggend land is in Nederland niet toegestaan. In Verordening (EU) nr. 639/2014 wordt slechts gesproken over een ‘beperking’ van meststoffen, maar uit Verordening (EU) nr. 2018/1784 volgt dat lidstaten aanvullende eisen mogen stellen. Door het absolute verbod op het gebruik van meststoffen op te nemen in artikel 2.17 van de uitvoeringsregeling wordt hier invulling aan gegeven. Stcrt. 2019, nr. 6264