De minister van LNV heeft een concept-Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) naar de Tweede Kamer gestuurd. (Kamerstukken II, 2019/19, 28973, nr. 213) met bijlage. Varkenshouders en gemengde bedrijven met een varkenstak die gelegen zijn in concentratiegebied Zuid of Oost (conform de afbakening in de Meststoffenwet), die hun bedrijf of een locatie van hun bedrijf willen beëindigen en die geuroverlast veroorzaken op woningen in een straal van 1.000 meter rond de varkenshouderijlocatie, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Uitsluitend varkenshouderijen die daadwerkelijk hebben geproduceerd en die in de laatste vijf jaar vóór de sluiting onafgebroken zijn gebruikt, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Deelnemers aan de zogenaamde stoppersregeling van het Actieplan Ammoniak Veehouderij, het landelijk gedoogbeleid bij het Besluit emissiearme huisvesting veehouderij, komen niet in aanmerking voor een subsidie; dit is mede in het licht van staatssteunkaders: bedrijven die al (moeten) gaan stoppen, kunnen hiervoor geen subsidie (meer) ontvangen. Aanvragen voor een subsidie zullen gerangschikt worden op de mate van geurbelasting op woningen in een straal van 1.000 meter rond de veehouderijlocatie, uitgedrukt in een zogenaamde geurscore. Daarbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de uitgangspunten van de Wet geurhinder en veehouderij en de Regeling geurhinder en veehouderij. Varkenshouderijlocaties die de hoogste geurscore hebben komen – in geval het beschikbare budget van € 120 miljoen ontoereikend is om alle aanvragen toe te wijzen – als eerste in aanmerking voor een subsidie. Alleen varkenshouderijlocaties die ten minste een bepaalde geurscore (drempelwaarde) hebben, komen in aanmerking voor subsidie. Anders zou subsidie worden verstrekt voor het beëindigen van varkenshouderijlocaties die geen of slechts een zeer beperkte geurimpact op hun omgeving hebben.