Er is een memo ‘Juridische houdbaarheid aanpak stikstof & ontwikkelingsruimte’ en een rapport ‘Herstelbaarheid van door stikstofdepositie aangetaste Natura 2000-habitattypen’, afkomstig van Greenpeace. De minister heeft daar op gereageerd (Kamerstukken II, 2021/22, 35334, nr. 175): Ik neem de conclusies uit dit (laatste) rapport zeer serieus. Het is belangrijk dat deze inzichten worden betrokken bij de wetenschappelijke advisering ten aanzien van bron- en herstelmaatregelen. Over het tweede rapport: “Uitgangspunt van het kabinet is om voor noodzakelijke toestemmingsverlening op verantwoorde wijze stikstofruimte uit te geven. Om die reden werken we met goed onderbouwde kaders en eisen aan vergunningverlening, waarbij juridische houdbaarheid een belangrijk uitgangspunt is. Een robuuste, effectieve en onontkoombare stikstofaanpak, die aan alle juridische voorwaarden voldoet, is ook voor toestemmingsverlening cruciaal. In de hoofdlijnenbrief zal worden aangegeven op welke wijze het kabinet voornemens is hiermee om te gaan.
Die Hoofdlijnenbrief is ook op 1 april 2022 naar buiten gekomen. De minister zet in op ‘versnelling en intensivering’. Verder: “De vrijwilligheid staat voor mij voorop, maar ik besef dat niet alles overal kan. Mogelijke oplossingen voor (agrarische) ondernemers, passend in hun situatie, zijn innovatie, verplaatsing, extensivering of zelfs vrijwillig stoppen. Wanneer vrijwilligheid te weinig oplevert, worden dwingender maatregelen als onteigening ingezet.” En: “De aanpak krijgt voor een belangrijk deel vorm via gebiedsplannen. Het Rijk stelt daarvoor aan de voorkant de kaders vast. Hierin zullen per provincie (of delen van een provincie) taakstellende doelen worden geformuleerd. Deze zullen zijn afgeleid van de (inter)nationale verplichtingen op het terrein van natuur, stikstof, water (zowel waterkwaliteit als waterbeschikbaarheid) en broeikasgassen (landbouw en landgebruik).” Belangrijk instrument is het zogenoemde Transitiefonds, waarvoor 25 miljard euro is gereserveerd.