Wet dieren en Verordening (EG) nr. 1/2005. Boete wegens het langer dan 8 uur laten duren van een transport van schapen, terwijl niet wordt voldaan aan de eisen voor een langer durend transport. De rechtbank is van oordeel dat de vervoerder enig verwijt van de overtreding valt te maken. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat eiseres nadat de uitgebroken schapen om 17:30 waren gevangen en gesorteerd de keuze had moeten maken de in het voertuig aanwezige schapen zo snel mogelijk naar de plaats van bestemming te brengen. De vennoot heeft er blijkens zijn verklaring echter voor gekozen om eerst nog een aantal schapen op te halen en vervolgens eerst naar huis te rijden om te gaan eten en vervolgens richting Duizel te rijden om de schapen af te leveren. Wel is de rechtbank van oordeel dat de omstandigheden met zich brengen dat eiseres een beperkt verwijt treft van de overtreding. Het oponthoud is immers voor het grootste deel te wijten aan omstandigheden die eiseres niet kunnen worden aangerekend. Er volgt halvering van de boete. Rechtbank Rotterdam 27-02-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:1480