Bij een ruilverkaveling in 1979 is een erfdienstbaarheid vervallen. Is sprake van een kennelijke vergissing? Indien sprake is geweest van een vergissing is, allereerst, opmerkelijk dat de toenmalige eigenaar van perceel 424 daar niet tegen is opgekomen in de ruilverkavelingsprocedure. Ook de toenmalige Ruilverkavelingswet 1954 bood de rechthebbende diverse mogelijkheden om bezwaar te maken indien een zakelijk recht niet was meegenomen in het plan van toedeling. De toenmalige eigenaar, Bureau Beheer Landbouwgronden was weliswaar, zoals [appellant] aanvoert, eigenaar van honderden percelen, maar het is (en was destijds al) ook een professionele partij die juist dankzij haar omvangrijke grondbezit veel ervaring had en heeft op het gebied van ruilverkavelingen, zodat er geen reden is voor de veronderstelling dat Bureau Beheer Landbouwgronden onvoldoende oplettend zal zijn geweest. Vervolgens is het, gelet op het feit dat perceel 424 deels grenst aan de [a-straat] , niet uitzonderlijk dat in het kader van een ruilverkaveling, waarin kritisch wordt gekeken naar het nut en de noodzaak van bestaande erfdienstbaarheden, de ruilverkavelingscommissie ervoor heeft gekozen de erfdienstbaarheid te laten vervallen. Het hof vindt het ‘sneuvelen’ van de erfdienstbaarheid ten laste van perceel 857 in het licht van het streven in het kader van de ruilverkaveling zoveel mogelijk erfdienstbaarheden op te heffen dan ook niet verwonderlijk. Indien het, ten slotte, niet verwonderlijk is dat de erfdienstbaarheid ten laste van perceel 857 bij de ruilverkaveling is komen te vervallen, is het feit dat de erfdienstbaarheid ten laste van perceel 1540 niet is komen te vervallen opmerkelijk te noemen. Het niet laten vervallen van deze laatste erfdienstbaarheid kan juist het gevolg zijn geweest van een vergissing. Het hof acht de kans op deze vergissing niet, en zeker niet op voorhand, kleiner dan de kans op de door [appellant] gestelde vergissing. De slotsom is dat [appellant] onvoldoende heeft onderbouwd dat bij de ruilverkaveling sprake is geweest van een kennelijke vergissing, inhoudende dat de erfdienstbaarheid ten laste van perceel 424 is komen te vervallen. Hof Arnhem-Leeuwarden 27-03-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:2867