Verweerder heeft een peilbesluit vastgesteld waarin de eerder vastgestelde peilen worden gehandhaafd. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat zij regelmatig wateroverlast ervaart. De gronden van eiseres vallen echter binnen de 10% van het maaiveldcriterium. Daarom heeft verweerder bij de beoordeling of aan de norm als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid van de Waterverordening is voldaan de gronden van eiseres buiten beschouwing mogen laten. Gelet op de toelichting bij het peilbesluit en in aanmerking genomen de beoordelingsruimte die verweerder nu eenmaal toekomt, ziet de rechtbank geen grond voor het oordeel dat het besluit in strijd met artikel 3:4, tweede lid van de Awb voor eiseres onevenredige gevolgen heeft in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen en belangen. Rechtbank Den Haag 09-04-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:3301