Verzoek om een voorlopige voorziening; Wet natuurbescherming; Programma Aanpak Stikstof (PAS). Gevolgen arrest Hof van Justitie Europese Unie. Toewijzing deel verzoeken; afwijzing deel verzoeken. De voorzieningenrechter zal zich bij de beoordeling van de verzoeken om een voorlopige voorziening die aan hem zijn voorgelegd daarom blijven richten naar de lijn zoals deze is neergelegd in de hiervoor genoemde uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling van 9 maart 2018. . De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om, vooruitlopend op de beoordeling door de Afdeling, reeds op voorhand te oordelen dat niet aan het door het Hof van Justitie geformuleerde criterium voldaan wordt. Rechtbank Overijssel 30-11-2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:4590. Zie ook (o.a.) Rechtbank Midden-Nederland, 29-11-2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:5823: De voorzieningenrechter is, mede gelet op het arrest van het Hof van Justitie waarin het Hof een aantal kritische kanttekeningen heeft geplaatst bij het PAS, bij uitspraak van 29 november 2018 in een tweetal zaken overgegaan tot schorsing van de verleende vergunning. De voorzieningenrechter heeft daarbij overwogen dat niet uitgesloten moet worden geacht dat het PAS aanpassing behoeft, gezien het arrest van het Hof van Justitie. Verder heeft de voorzieningenrechter in haar oordeel betrokken de omstandigheid dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 14 februari 2019 de zaken waarin de prejudiciële vragen zijn beantwoord, ter zitting zal behandelen. In de twee andere zaken heeft de voorzieningenrechter de gevraagde voorziening afgewezen wegens het ontbreken van spoedeisend belang. In die zaken hebben de vergunninghouders te kennen gegeven eerst van de verleende vergunning gebruik te zullen maken wanneer die vergunning onherroepelijk is geworden.