Het vervreemden van fosfaatrechten zonder toestemming levert in beginsel geen tekortkoming op. Niet alleen omdat er ten tijde van de vervreemding door [pachter] in de rechtspraktijk nog onduidelijkheid was over het bestaan van een verplichting tot overdracht aan de verpachter. Die is pas bij het arrest van 26 maart 2019 van dit hof (ECLI:NL:GHARL:2019:2544) aangenomen en alleen onder bepaalde voorwaarden. In dat arrest is verder tot uitdrukking gebracht dat de fosfaatrechten in beginsel alleen aan de pachter toekomen. De rechten zijn niet gebonden aan en hangen ook niet samen met grond of gebouwen. Bij het einde van de pachtovereenkomst heeft de verpachter alleen aanspraak op overdracht van fosfaatrechten mits aan de voorwaarden is voldaan. De pachter is in dat geval tot niet meer gehouden dan het ter beschikking stellen van de fosfaatrechten aan het einde van de pachtovereenkomst. De fosfaatrechten zijn vrij verhandelbaar en de pachter kan voorzien in fosfaatrechten door ze op dat moment aan te schaffen. Hof Arnhem-Leeuwarden 20-10-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:8518