Bij brief van 10 juli jl. (kenmerk: 2025-0000194220) informeert de staatssecretaris van Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane, mede namens de minister en staatssecretaris van LVVN de Eerste en Tweede Kamer- over en tweetal moties en een toezegging op het gebied van de overdrachtsbelasting.
De brief behandelt drie hoofdonderwerpen:
- Kavelruilvrijstelling (art. 15 lid 1 sub la WBR)
Het kabinet handhaaft de nieuwe voorwaarden voor de kavelruilvrijstelling ondanks zorgen uit de agrarische sector over knelpunten bij de voortzettings- en landbouweis. De aanpassing is bedoeld om misbruik te voorkomen, zonder de transitie van het landelijk gebied onnodig te belemmeren. Evaluatie volgt eind 2025. - Vrijstelling voor bedrijfsopvolging in de familiesfeer (art. 15 lid 1 sub b WBR).
Het uitgevoerde onderzoek naar uitbreiding van de familievrijstelling richtte zich op (groot)ouders, partners en neven/nichten. Uitkomst van dit onderzoek is dat uitbreiding naar partners het meest verdedigbaar is vanuit het doel van bedrijfscontinuïteit binnen de erfgenamenkring. - Cultuurgrondvrijstelling (art. 15 lid 1 sub q WBR)
De Kamer verzocht te onderzoeken of deze vrijstelling beperkt kan worden tot agrariërs. Het kabinet onderkent de wens, maar benadrukt dat de huidige regeling eenvoudiger is en gericht is op het uiteindelijke gebruik in plaats van op de hoedanigheid van de verkrijger van cultuurgrond. Evaluatie volgt eind 2025.