Minister moet binnen twee weken informatie over boerenbedrijven openbaar maken
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak van vandaag (24 september 2025) bepaald dat de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur binnen twee weken informatie openbaar moet maken over boerenbedrijven. Het gaat concreet om adressen van de bedrijfslocaties van alle veehouders in Nederland, het aantal geregistreerde landbouwhuisdieren en het staltype waarin de dieren gehouden worden. Journalisten van NRC, Follow the Money en Omroep Gelderland hadden de minister hierom gevraagd, omdat ze met deze informatie willen berekenen hoe effectief het stikstofbeleid van het kabinet is. De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigt hiermee de uitspraak van de rechtbank Overijssel van juli van dit jaar dat de minister de informatie openbaar moet maken.
Begrip voor zorgen, maar recht op toegang publieke informatie
De Afdeling bestuursrechtspraak begrijpt dat veehouders grote zorgen hebben over hun veiligheid en bedrijfsvoering als hun adressen en andere bedrijfsgegevens openbaar worden. Zij hebben in deze procedure gewezen op hun vrees voor acties van onder andere dierenrechtenactivisten en voor handhavingsverzoeken. Maar bij een verzoek zoals dat door de journalisten is gedaan, staat het uitgangspunt voorop dat iedereen recht heeft op toegang tot publieke informatie.
Emissiegegevens moeten openbaar worden gemaakt
De minister moet de gevraagde documenten openbaar maken, omdat deze zogenoemde emissiegegevens bevatten. De Wet open overheid bepaalt uitdrukkelijk dat emissiegegevens openbaar worden gemaakt en dat daarop geen uitzonderingen mogelijk zijn. Het bedrijfsadres van een veehouderij is een emissiegegeven, ook als op datzelfde adres de veehouder en zijn gezinsleden wonen. Ook het aantal gehouden dieren en het staltype zijn emissiegegevens. De wet biedt geen ruimte om persoonlijke belangen van de veehouders mee te wegen bij een verzoek om emissiegegevens openbaar te maken.
Minister mocht eerder besluit niet intrekken, maar geen misbruik van bevoegdheid
In 2023 had de toenmalige minister van LNV besloten om de gevraagde informatie openbaar te maken, maar daar kwam de huidige minister van LVVN op terug tijdens de zitting bij de rechtbank Overijssel in januari 2025. Volgens haar was de zienswijzeprocedure destijds niet op de juiste manier vormgegeven. Net als de rechtbank Overijssel is de Afdeling bestuursrechtspraak van oordeel dat de minister het eerder genomen besluit om informatie openbaar te maken, niet mocht intrekken. De zienswijzeprocedure die de minister destijds heeft gevolgd is niet onzorgvuldig of onvolledig geweest. Er is daarom geen grondslag om die opnieuw te doen. Dat de minister het besluit onterecht heeft ingetrokken, betekent niet dat daarom vaststaat dat zij misbruik heeft gemaakt van de bevoegdheid tot het intrekken van een besluit om de openbaarmaking te vertragen. Daarvoor moeten objectieve aanknopingspunten bestaan. Op dit punt komt de Afdeling bestuursrechtspraak tot een ander oordeel dan de rechtbank.
Versneld behandeld
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft deze rechtszaak versneld behandeld. Deze zaken vroegen om spoed vanwege de grote belangen die hier voor alle partijen spelen. De gegevens waar de journalisten om hadden gevraagd gaan over een onderwerp waarover een intensief maatschappelijk debat gaande is, de journalisten hebben hun verzoek al meer dan tweeënhalf jaar geleden gedaan en het gaat om gegevens die voor een deel van zeer persoonlijke aard zijn. Er liggen bovendien vergelijkbare zaken bij de rechtbanken waarin nog uitspraak moet worden gedaan. Voor alle partijen was het dus belangrijk dat er snel duidelijkheid kwam over de vraag of deze informatie openbaar moeten worden gemaakt. Bron: Raad van State, persbericht. ABRvS 24-09-2025, ECLI:NL:RVS:2025:4557.