Ontbinding pachtovereenkomst

Deze zaak gaat onder meer over de vraag of er een einde moet komen aan de pachtovereenkomst tussen eiser (als verpachter) en gedaagde (als pachter). Eiser stelt dat dat het geval is. Hij vordert primair ontbinding van de pachtovereenkomst en subsidiair beëindiging van de pachtovereenkomst op grond van een belangenafweging. Verder wil eiser dat gedaagde de wettelijke pachtprijsverhogingen over de afgelopen vijf jaar betaalt. Het gaat daarbij om een bedrag van in totaal € 15.319,08. De pachtkamer wijst de primaire vordering van eiser toe. Naar het oordeel van de pachtkamer is namelijk niet vast komen te staan dat gedaagde de grond op dit moment nog voor bedrijfsmatige landbouw in gebruik heeft. Verder oordeelt de pachtkamer dat gedaagde de wettelijke pachtprijsverhogingen moet betalen. Omdat gedaagde in het ongelijk wordt gesteld, moet hij de proceskosten voldoen. Rechtbank Overijssel 07-01-2025, ECLI:NL:RBOVE:2025:76.

Facebook
Twitter
WhatsApp
Email