Een uitvoerige brief over de stand van zaken met betrekking tot de Omgevingswet is te vinden in Kamerstukken II, 2019/20, 33118, nr. 123. De conclusie: “Alle bestuurlijke partners hebben hun vertrouwen uitgesproken dat het haalbaar is om toe te werken naar inwerkingtreding op 1 januari 2021. Het leidende motto is daarbij dat niet alles af hoeft te zijn om er klaar voor te zijn. Ook na inwerkingtreding zal nog aan het implementatieproces moeten worden gewerkt. Om voldoende klaar te zijn is al ontzettend veel in gang gezet, en er moet in het laatste jaar ook nog veel werk worden verzet. Voor sommige onderdelen is minder tijd dan oorspronkelijk voorzien. Dat vraagt veel van alle partijen. Dat iedereen zich ervoor wil inzetten om de wet op 1 januari 2021 in werking te laten treden, is voor mij een waardevol signaal. De komende maanden blijf ik, samen met de bestuurlijke partners, de ontwikkeling van het DSO-LV en de aansluiting daarop door alle overheden goed in de gaten houden. Ook wordt in de eerste helft van het jaar nogmaals de monitor naar de implementatie in de uitvoeringspraktijk uitgevoerd. Deze informatie zal ik betrekken bij de afweging rond de zomer 2020. Daaruit zal blijken of we met elkaar nog steeds vertrouwen hebben in 1 januari 2021 als ingangsdatum. Alleen als dat het geval is zal het KB in voorhang worden gebracht.” Of het dus echt 2021 wordt staat dus nog niet vast.

In de serie Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet is een voorlopig verslag verschenen: Kamerstukken I 2019/20, 35133, D.