Boetes wegens twee verschillende overtredingen door drie verschillende partijen in de jaren 2012 en 2013 van de Meststoffenwet. De eerste overtreding betreft de manipulatie van (meng)monsters. Uit onderzoek van RIKILT blijkt dat kunstmestkorrels zijn toegevoegd aan de monsters. Ook blijkt uit onderzoek dat het stikstof- en/of fosfaatgehalte van aan- en afgevoerde dierlijke mest niet juist is vastgesteld. Voor de vraag op hoeveel vrachten deze overtreding ziet mocht de minister een afwijkingspercentage van 50% hanteren, omdat dit percentage een ruime zekerheidsmarge bevat.
De tweede overtreding betreft het niet naar waarheid invullen van een aantal VDM’s. De door de minister gehanteerde factor van 0,3 of meer (30%) is naar het oordeel van de rechtbank ruim genoeg voor de conclusie dat bij overschrijding hiervan sprake is van een overtreding.
De overtredingen staan dus vast, maar de minister gaat er bij twee partijen ten onrechte vanuit dat zij medepleger zijn. Dat sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking heeft de minister niet onderbouwd. De opgelegde boetes aan deze twee partijen worden op nihil gesteld.
De boete aan de enig overgebleven overtreder moet verder gematigd worden wegens overschrijding van de redelijke termijn. De andere twee partijen krijgen een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Rechtbank Gelderland 28-11-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6568.