Vordering van de pachter om zijn zoon als medepachter aan te merken. Het hof oordeelt dat de zoon niet voldoet aan de vereisten die gelden voor een medepachter. Op basis van het dossier en wat besproken is op de zitting heeft [appellant 2] niet laten zien dat hij voldoende kennis en ervaring heeft om een agrarisch akkerbouwbedrijf te leiden, de ontwikkelingen in de landbouw te volgen en daarop bedrijfsmatig te anticiperen. Hij kon geen duidelijke toekomstvisie op het bedrijf geven in relatie tot belangrijke Europese en maatschappelijke ontwikkelingen. Hij liet ook niet zien dat hij goed zicht op de landbouwkundige ontwikkelingen in de akkerbouw. Naar het oordeel van het hof wreekt zich hier dat [appellant 2] geen enkele agrarische scholing heeft gehad. De bijeenkomsten van de AJK (Agrarisch Jongeren Kontakt) die [appellant 2] heeft bijgewoond, hebben dat gebrek niet kunnen opvullen. Over de financiële mogelijkheden voor de bedrijfsovername die in het verschiet ligt, hebben [appellant 1] en [appellant 2] geen duidelijke beeld (medegedeeld), terwijl het bedrijfsplan dat is ingediend de nodige vragen oproept over de overname en de toekomstige winstkansen. Die vragen heeft [geïntimeerde.] in zijn processtukken ook specifiek gesteld en zijn op de zitting nogmaals gesteld, maar hebben niet geleid tot concrete antwoorden. Wel heeft [appellant 2] veel vakkennis op het gebied van mechanisatie en door zijn ervaring ook kennis van traditionele teelten, maar dat is niet voldoende. Hof Arnhem-Leeuwarden 01-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:5656