Bij ontbinding van de vennootschap onder firma zijn door eiser (voortzettende vennoot van de melkveehouderij) en zijn broer (de voortzetter van de schapenhouderij) percelen cultuurgrond verkregen. In geschil is of eiser de cultuurgrond tegen een zakelijke overnamesom heeft verkregen en of sprake is van een tot de belaste winst te rekenen gebruikersvoordeel. De rechtbank oordeelt dat de firmabepaling waarop de overnamesom gebaseerd is op zakelijke gronden berust en dat de naleving van die bepaling bij de verdeling van het vennootschapsvermogen zakelijk is. Hieruit volgt dat de overnamesom zakelijk is bepaald en het gerealiseerde gebruikersvoordeel tot de belastbare winst behoort. Bij die uitkomst is tussen partijen niet in geschil dat de landbouwvrijstelling niet van toepassing is op het gerealiseerde gebruikersvoordeel. Beroep ongegrond. Rechtbank Noord-Holland, 24-01-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:747.