De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om verzoekster, zoals zij vraagt, bij wege van voorlopige maatregel toe te staan om zich te gedragen alsof haar 7.669 kg fosfaatrecht is toegekend. Het is niet duidelijk of verzoekster voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor de toepassing van artikel 72 van de Uitvoeringsbesluit, nu over de bedrijfsoverdracht tussen de vennoten van verzoekster geen overeenstemming bestaat. Daar komt bij dat deze voorlopige voorziening verzoekster niet de zekerheid biedt waaraan zij behoefte heeft. De fosfaatproductie wordt gemeten over een jaar en na afloop van 2018 zal blijken of verzoeksters fosfaatproductie blijft binnen de grenzen van haar fosfaatrecht. De door verzoekster gevraagde voorlopige voorziening brengt daarin geen wijziging en zal, naar mag worden aangenomen, ruimschoots vóór het einde van het jaar haar werking hebben verloren. CBB 02-05-2018, ECLI:NL:CBB:2018:135