Het College is van oordeel dat de door appellante ingevulde Gecombineerde opgave 2015 en de bijbehorende bedrijfskaart geen tegenstrijdigheden bevat die bij een eenvoudige administratieve controle van de aanvraag hadden moeten opvallen en die wijzen op een vergissing van appellante. De opgegeven numerieke oppervlakte van de percelen 6 en 8 wijkt immers niet af van de door appellante ingetekende oppervlakte. Uit de door appellante ter zitting gegeven toelichting volgt veeleer dat appellante welbewust ervoor heeft gekozen om de poel en een gedeelte van de sloot voor de toewijzing van betalingsrechten in aanmerking te brengen. Het College concludeert daarom dat appellante bij het indienen van haar Gecombineerde opgave – anders dan in het geval van een kennelijke fout – nu juist beoogd heeft om voor de poel en een gedeelte van de sloot betalingsrechten toegekend te krijgen. Dat appellante wegens veranderde inzichten in een later stadium, in het kader van de uitbetaling van de toegekende betalingsrechten, hiervan heeft willen terugkomen, maakt niet dat er sprake is van een kennelijke fout als bedoeld in artikel 4 van Verordening 809/2014. Verweerder heeft terecht beslist op de aanvraag, zoals die voorlag. CBB 24-04-2018, ECLI:NL:CBB:2018:131

Het College is van oordeel dat de Gecombineerde opgave 2015 van appellant een tegenstrijdigheid bevat die bij een eenvoudige administratieve controle van de aanvraag had moeten opvallen en die wijst op een vergissing van appellant. De tegenstrijdigheid bestaat tussen enerzijds de in de rubrieken “Relatiegegevens” en “Bedrijfshoofd/bedrijfsleider” ingevulde en (allen) op appellant betrekking hebbende gegevens en anderzijds het in de rubriek “Jonge landbouwers” ingevulde BSN-nummer dat toebehoort aan een voor appellant onbekende derde. CBB 24-04-2018, ECLI:NL:CBB:2018:129