Onderbrengen van jongvee door de ene veehouder bij de andere veehouder in het jaar 2015 is basis van een overeenkomst van in- en uitscharing geweest en niet op basis van een opfokovereenkomst. De eisen van redelijkheid en billijkheid die de overeenkomst van in- en uitscharing ook beheersen, leiden ertoe dat de uitscharende veehouder recht heeft op een deel van de fosfaatrechten die aan de inscharende veehouder zijn toegekend in verband met dat jongvee van de uitscharende veehouder. Geen reden om van die herverdeling af te zien vanwege door de inscharende veehouder aangevoerde omstandigheden. Hof Arnhem-Leeuwarden 21-11-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:9870.