Tussen partijen is niet in geschil dat bij de knelgevallenregeling moet worden uitgegaan van de dieraantallen op de peildatum in combinatie met de gemiddelde melkproductie per koe in 2014. Voor het door verweerder gehanteerde uitgangspunt dat appellante in 2014 gemiddeld 278,4 melk- en kalfkoeien hield vindt het College geen steun in dit CRV Mineraal bedrijfsoverzicht of anderszins in het dossier. In zoverre is het vervangingsbesluit onvoldoende gemotiveerd. Appellante heeft verder niet aannemelijk gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt. Gelet op het geconstateerde motiveringsgebrek bij de toepassing van de knelgevallenregeling is het beroep gegrond. Verweerder dient een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van appellante. CBB 19-01-2021, ECLI:NL:CBB:2021:49