De minister erkent dat de invoering van het fosfaatrechtenstelsel op bedrijfsniveau ingrijpende gevolgen kan hebben. Verschillende categorieën ondernemers komen aan de orde: starters, bedrijven met een gewijzigde rechtsvorm, ondernemers met onomkeerbare investeringsverplichtingen, de biologische melkveehouderij. De minister voelt wel mee, maar biedt geen oplossingen. Mogelijkheden zouden er alleen zijn wanneer een extra generieke korting wordt opgelegd aan alle (niet-grondgebonden) ondernemers, wat betekent dat de aanvullende ondersteuning van knelgevallen zou worden afgewenteld op alle niet-grondgebonden ondernemers. Daar ziet de minister geen draagvlak voor. (Kamerstukken II, 2017/18, 33037, nr. 285)