Over het eerste element – het voorkomen of beperken van schade – overweegt de Afdeling dat [wederpartij] gehouden is maatregelen te treffen en inspanningen te verrichten die redelijkerwijs van haar gevergd kunnen worden om de schade aan de peren te voorkomen of te beperken. Dit volgt ook uit artikel 7, eerste lid, van de Beleidsregels. Het college heeft het standpunt ingenomen dat het overnetten van boomgaarden, door het plaatsen van hagelnetten in combinatie met vogelnetten, hiertoe mogelijk en effectief is. Hiermee gaat het college er echter aan voorbij dat, zoals in de uitspraak van 9 mei 2018 is overwogen, weinig bekend is welke effecten het plaatsen van netten op de perenteelt heeft als daardoor minder zonlicht toetreedt. Het college kon dus redelijkerwijs niet van [wederpartij] verlangen dat de percelen waarop peren worden geteeld met netten worden afgedekt. Over het tweede element – het normale bedrijfsrisico of het normale maatschappelijke risico van de betrokkene – overweegt de Afdeling dat uit artikel 84 van de Ffw volgt dat onevenredig zware schade die [wederpartij] lijdt, dient te worden vergoed. De Afdeling heeft in de uitspraak van 9 mei 2018 overwogen dat zij het, gegeven de uitvoeringslast van zo’n 5.000 soortgelijke verzoeken per jaar, begrijpelijk en ook redelijk acht dat is overgegaan tot standaardisering van het normaal maatschappelijk risico als de regeling in tegemoetkoming in de schade voorziet. Verder heeft zij hierin overwogen dat het vergoeden van 60% van de schade die door mezen en meesachtigen is toegebracht aan peren niet tot een onevenredig zware last voor fruittelers leidt. ABRS 13-03-2019, ECLI:NL:RVS:2019:769