Als gevolg van ruilverkaveling in 1973 is een erfdienstbaarheid (‘reed van weg’) waarmee een dienend erf was belast, komen te vervallen. Het gegeven dat het heersend erf niet in de ruilverkaveling was betrokken, maakt dat niet anders. Geen sprake van zodanig bijzondere omstandigheden dat de erfdienstbaarheid moet worden hersteld. Evenmin door verkrijgende dan wel bevrijdende verjaring alsnog een erfdienstbaarheid ontstaan omdat voor bezit onvoldoende is gesteld. Wel het voor tegenbewijs vatbare vermoeden dat van bestemming tot een buurweg sprake is, waartoe tegenbewijs wordt opengesteld. Hof Arnhem-Leeuwarden, 25-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8517