In de tussenuitspraak van 31 mei 2022 (ECLI:NL:RBOBR:2022:2252) heeft de rechtbank GS de gelegenheid geboden om de natuurvergunning te verbeteren en hiervoor suggesties gedaan. GS maakt van deze gelegenheid geen gebruik omdat GS in alle zaken over emissie-arme stallen het eindoordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de juistheid van de verwijzing naar de Rav bij besluiten op aanvragen voor een natuurvergunning wil afwachten. De rechtbank doet daarom einduitspraken en vernietigt de natuurvergunning. De rechtbank acht het overigens op voorhand uitgesloten dat bij een toename van het aantal stuks vee in de wei op de huiskavel significante gevolgen voor een 9 kilometer verderop gelegen Natura 2000-gebied zullen optreden. De rechtbank geeft GS als aanwijzing in overweging enkele concept-vergunningsvoorschriften op te nemen over dieroppervlakte, de mestrobot, beweiden en veevoer samenstelling. Rechtbank Oost-Brabant, 29-06-2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:2664.