Wet dieren. Gebruik van een elektrische prikker bij varkens. Appellant voert in hoger beroep aan dat het rapport van bevindingen te kort schiet om als afdoende motivering van het primaire besluit te dienen en dat de rechtbank ten onrechte een latere e-mail van de toezichthouder met nadere toelichting/aanvulling heeft gebruikt voor de vaststelling van de overtreding. Het College is met de rechtbank van oordeel dat het rapport van bevindingen voldoende feitelijk is en dat daarin duidelijk is beschreven dat de prikker werd gebruikt op varkens die niet stilstonden, maar die vooruit of achteruit liepen in de drijfgang, dat er varkens werden geprikt die geen vrije loopruimte voor zich hadden en dat de prikker soms op de flank van een varken werd gebruikt. De bespiegelingen die de toezichthouder in de latere e-mail geeft van de toepasselijke normen doen geen afbreuk aan zijn feitelijke waarnemingen in het rapport van bevindingen. CBB 16-08-2022, ECLI:NL:CBB:2022:550.