In geschil is of:

  • Het noodzakelijk is dat zowel in de aangifte van de overleden echtgenoot als de achterblijvende echtgenoot om doorschuiving wordt verzocht;
  • Het doorschuivingsverzoek ook betrekking heeft op het buitenvennootschappelijke ondernemingsvermogen of alleen op het maatschapsvermogen.

De rechtbank oordeelt dat voor doorschuiving vereist is dat degene die de onderneming voortzet dit bij de aangifte van de overleden belastingplichtige verzoekt. De rechtbank oordeelt verder dat een doorschuivingsverzoek alleen betrekking kan hebben op het gehele ondernemingsvermogen van de overledene en dat niet de mogelijkheid bestaat om op bepaalde vermogensbestanddelen van een onderneming de doorschuifregeling wel toe te passen en op andere vermogensbestanddelen niet. Rechtbank Noord-Nederland 22-02-2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:546.