Cultuurgrondvrijstelling

Eiseres heeft gesteld dat een stuk grond ter grootte van 1400 m² als cultuurgrond zou moeten worden aangemerkt. Dat zou een verschil in grondprijs van € 68.600 opleveren. Het gaat om een kwekerij. Dit stuk cultuurgrond is als zodanig geregistreerd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van artikel 2, lid 1, aanhef en letter a, van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ (hierna: de cultuurgrondvrijstelling) geldt er een vrijstelling voor de ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatige geëxploiteerde cultuurgrond. De bewijslast om in aanmerking te komen voor een cultuurgrondvrijstelling rust op eiseres. Van bedrijfsmatige exploitatie is alleen sprake wanneer met een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid aan het maatschappelijke productieproces wordt deelgenomen om daarmee winst te behalen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat het stuk grond onder de cultuurgrondvrijstelling valt. Uit niets blijkt immers dat de grond bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd met het oogmerk om daarmee winst te behalen. Niet is gebleken dat de inkomsten en uitgaven met betrekking tot de grond als ondernemingsbaten en -lasten zijn opgenomen in een aangifte inkomstenbelasting. Eiseres heeft derhalve niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een onderneming met winstoogmerk. De beroepsgrond slaagt niet. Rechtbank Noord-Holland, 05-06-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:5985.

Facebook
Twitter
WhatsApp
Email